Interview Ignace Janssen

In deze blogspecial een interview met dr. I. Janssen, sinds 1995 chirurg bij Rijnstate. Dr. I. Janssen werkt sinds 1995 als chirurg bij Rijnstate. Hij hielp mee om de laparoscopische chirurgie (kijkoperaties) in Nederland te ontwikkelen en onderwijs te geven aan chirurgen en chirurgen in opleiding. In Arnhem heeft hij samen met collega dhr. Frits Berends en Rijnstate het Vitalys Obesitas Centrum opgericht.

Waarom heeft u gekozen voor bariatrische chirurgie?

Ik ben in 1995 begonnen met bariatrische chirurgie. Toentertijd werden er voornamelijk maagbandjes geplaatst. Ik was gespecialiseerd in laparoscopie (kijkoperaties) en het was nieuw dat je via een kijkoperatie een maagbandje kon plaatsen. In Rijnstate was een chirurg die ook maagverkleiningen uitvoerde. Hij wist dat dit ook via een kijkoperatie kon. Hij vroeg mij om hem hierbij te helpen. We zijn in België in de leer gegaan.

Rond het maagbandje en de maagverkleining kwamen steeds meer vragen als: ‘Is het zinvol en is het nodig?’ Ik moest mij verdiepen in de materie om deze vragen te kunnen beantwoorden. Hoe meer ik mij verdiepte hoe beter ik inzag dat deze operaties echt zinvol en nodig zijn. Ik ben er ingerold vanuit technische interesse, daarna raakte ik steeds meer gefascineerd door de inhoud. Obesitas is niet eenduidig. Veel artsen waren in die tijd niet zo voor operatieve behandeling van obesitas, ondanks dat er steeds meer bewijs kwam dat deze operaties het gewichtsverlies langdurig konden waarborgen. Alle conservatieve methoden (diëten, psychologische behandeling etc.) kunnen het gewicht wel naar beneden brengen, maar niet blijvend en langdurig. In 2000 hebben wij als eerste ziekenhuis in Nederland een laparoscopische bypass uitgevoerd. Dat was echt het startsein om hier meer mensen te gaan opereren via een kijkoperatie. Bij patiënten met overgewicht is een kijkoperatie een betere methode dan een open operatie: het is veiliger, er is minder kans op complicaties, er zijn veel minder wondproblemen en patiënten ontwikkelen minder vaak een buikwandhernia. De kijkoperatie heeft de ingreep een stuk veiliger gemaakt voor de patiënt.

Is de kijkoperatie dan ook de meest opvallende ontwikkeling de afgelopen jaren?

Rond 2000 was dat inderdaad de grootste ontwikkeling. De ingreep is veel veiliger voor de patiënt, maar technisch veel lastiger voor de chirurg. Een tweede grote ontwikkeling is dan ook de centralisatie. Dit houdt in dat er meer operaties in één ziekenhuis worden gedaan. De chirurgen voeren meer operaties uit, waardoor ze sneller en beter worden. We zijn natuurlijk altijd op zoek naar de beste en veiligste methode van opereren. Een derde grote ontwikkeling de afgelopen jaren is de opkomst van de gastric sleeve operatie. Deze operatie is bij toeval ontwikkeld door een chirurg die tijdens een duodenal switch (DS) uit veiligheidsoverwegingen besloot na de maagverkleining de darmomleiding niet uit te voeren. Deze patiënt bleek heel goed af te vallen met alleen de gastric sleeve. Tegenwoordig wordt deze operatie in twee delen uitgevoerd bij patiënten met extreem overgewicht. Eerst een maagverkleining (sleeve) en na twee jaar een darmomleiding. Wereldwijd was de trend de maagband, daarna kwam de gastric bypass (GBP) en nu is de gastric sleeve in opkomst. Hier in Rijnstate kijken we middels onderzoek wat de beste methodes zijn. Zo maak je iedere keer kleine stappen voorwaarts, waardoor het beter wordt.

Hoe komt het dat Rijnstate zo voorop loopt?

Als ziekenhuis zagen wij snel in dat er goede afspraken moesten komen met zorgverzekeraars, zodat het financieel gunstig is voor het ziekenhuis om deze operaties uit te voeren. Je wilt namelijk geen verlies lijden op een behandeling. De zorgverzekeraars wilden alleen afspraken maken met een zelfstandige kliniek. Dus hebben wij een Zelfstandig Behandel Centrum (ZBC) opgezet voor deze operaties. Deze goede afspraken gaven ons de mogelijkheid om meer operaties uit te voeren en te groeien. Groei betekent dat er meer geld beschikbaar is voor onderzoek. Door wetenschappelijk onderzoek krijg je een goede naam, waar dan weer patiënten op af komen. Patiënten kiezen uiteindelijk voor kwaliteit.

Het onderzoek naar vitaminen- en mineralentekorten na de operatie was erg belangrijk voor ons. Het bleek namelijk best moeilijk om de juiste producten bij elkaar te krijgen die de patiënt ook nog makkelijk kon innemen. Zo is de samenwerking met FitForMe ontstaan. Dr. E. Aarts is uiteindelijk gepromoveerd op dit onderwerp en geeft nu wereldwijd lezingen over hoe je tekorten na een bariatrische operatie kunt voorkomen. Wil je jezelf verbeteren als ziekenhuis dan moet je onderzoek doen.

Wat wilt u, als directeur van de Nederlandse Obesitas Kliniek (NOK) en Vitalys, bereiken?

Obesitas is complex en er is geen simpele oplossing voor. De operatie is één onderdeel van het geheel. De patiënt moet zelf ook veel doen om optimaal en blijvend resultaat te behalen. Hier moet je de patiënt bij helpen door middel van goede begeleiding. In het begin probeerde ik die begeleiding zelf te doen, maar dat was naast het opereren niet haalbaar. Er moest professionele begeleiding komen voor patiënten. We weten nu dat patiënten die begeleiding krijgen meer en langduriger gewichtsverlies hebben. Het beste moment om te starten met begeleiden is al vóór de operatie, in groepsverband. De groepsband die ontstaat is heel belangrijk. Er is onderlinge steun en begrip en het motiveert om terug te komen. Dit is een enorm succes gebleken. Ook bij de NOK staat kwaliteit voorop. We kijken altijd naar wat het beste is voor de patiënt en voeren verbeteren door waar nodig. We zijn nu bezig met begeleiding op maat. Er zijn een aantal factoren in de eerste drie maanden na de operatie die voorspellen wat de lange termijn prognose is. Zo kunnen we inspelen op de persoonlijke behoeftes van de patiënt en bijvoorbeeld extra of andere begeleiding geven.

Wanneer is een operatie geslaagd?

Voor mij is het technisch slagen van de operatie het belangrijkst. Als de patiënt veilig en zonder complicaties naar huis kan en voorlopig geen chirurg meer nodig heeft, dan heb ik mijn werk goed gedaan. Het doel is dat de patiënt daarna gewicht gaat verliezen. Patiënten die achteraf zeggen dat ik hun leven heb veranderd, dat ze weer gelukkig zijn en weer gezien worden door hun omgeving, daar doe ik het voor als arts.

Wat is de grootste kracht achter het gewichtsverlies?

De operatie is echt de katalysator van het proces. Door de operatie kan je namelijk niet alleen minder eten, maar ook de drang om te eten neemt af. Met minder aandrang en honger, eet je vanzelf minder en gaat het afvallen makkelijker. Het lichaam past zich wel aan de nieuwe situatie aan. De kunst is dan om stabiel te worden en niet terug te vallen in oude patronen. Je hebt de operatie nodig om het afvallen gemakkelijker te maken, maar daarna moet je zelf echt de schouders eronder zetten en je verhouding tot voedsel en eten veranderen. De ene operatie is succesvoller dan de andere. Er blijven patiënten waarbij de drang en de honger moeilijk te onderdrukken zijn. Discipline is dan heel belangrijk, maar dat is echt heel erg moeilijk.

Uiteindelijk bepalen de operatie en de inspanning van de patiënt het uiteindelijke resultaat. Om voor de volle 100% te profiteren is er dus een goede voorbereiding nodig, een geslaagde operatie en veel discipline en regelmaat. Regelmatig eten en regelmatig bewegen. Bewegen betekent echt niet dat je intensief moet sporten. Ik zie liever dat mensen in hun dagelijkse leven actiever worden: meer lopen, vaker de fiets pakken en de trap nemen. Zo bouw je een nieuw leven op waarin deze nieuwe gewoontes natuurlijk gaan aanvoelen. Dit moet echt samen met het thuisfront, het wordt een gezamenlijk project. Want zonder die support houd je het niet vol. Uiteindelijk is het voor iedereen beter om gezonder en regelmatiger te gaan eten en meer te bewegen. Sommige patiënten vinden het zielig om hun kinderen snoep te verbieden. Ik draai het dan om: het is veel zieliger als je kinderen later dezelfde problemen als jij krijgen, terwijl je dat had kunnen voorkomen. Gezond eten is geen straf. Iedereen vindt snoepen maar normaal, maar het is ongezond en als je het kunt laten dan is dat veel beter.

Wat kan de patiënt die geopereerd gaat worden zelf doen?

De mensen kiezen voor Rijnstate vanwege het uitgebreide voor- en natraject. Ze weten dat ze de operatie nodig hebben, maar ook dat ze het daarna zelf moeten doen. Ze beseffen goed dat ze er zelf tegenaan moeten, want dan is de kans van slagen het grootst. Als je weet dat je geopereerd gaat worden, probeer dan vooraf nog wat gewicht te verliezen. Dat helpt enorm. De operatie wordt dan veel veiliger en je hebt minder kans op complicaties.

Een bariatrische ingreep is echt een hele grote stap en werkt heel goed als je veel te zwaar bent. Maar het is beter als je het niet zover laat komen. Zelf je gewicht onder controle houden, is nog altijd het veiligst en het best. Probeer altijd eerst met behulp van een diëtist of je huisarts je gewicht onder controle te houden. Lukt dit niet dan ben je van harte welkom en is een ingreep een goed hulpmiddel.